Angst ontstaat vaak doordat je brein denkt dat er direct gevaar is. Je lichaam reageert sneller dan je gedachten. Je kunt dit doorbreken door jezelf terug te brengen naar het moment. Dat doe je stap voor stap.
Stap 1: Benoem wat er nu is
Kijk om je heen en zeg in jezelf drie dingen die je ziet, twee dingen die je hoort en één gevoel in je lichaam.
Dit haalt je uit de angstgedachte en zet je in de werkelijkheid van dit moment.
Stap 2: Adem rustig en laag
Adem vier tellen in en zes tellen uit.
Leg eventueel een hand op je buik zodat je voelt dat je adem zakken mag.
Een langere uitademing geeft je lichaam het signaal dat er geen direct gevaar is.
Stap 3: Zet je lichaam stevig neer
Zet je voeten plat op de grond.
Duw licht in de vloer met je hielen en je voorvoeten.
Dit activeert je lichaam op een kalme manier en helpt je zenuwstelsel te stabiliseren.
Stap 4: Ontspan de plaatsen waar spanning zich snel vastzet
Laat je kaken los.
Laat je schouders zakken.
Merk op hoe je nek en borst reageren.
Hier zit vaak veel angstspanning die je niet bewust voelt tot je het loslaat.
Stap 5: Herhaal een korte zin die je rust geeft
Gebruik iets neutraals en simpel zoals: “Ik ben hier. Ik adem. Ik kan dit stap voor stap.”
Geen grote beloftes. Gewoon een stabiele gedachte die je brein houvast geeft.
Deze aanpak werkt omdat je systeem stopt met reageren op dreiging en terugkeert naar een staat waarin je kunt denken en kiezen. Je hoeft de angst niet weg te drukken. Je leert je lichaam dat jij de controle hebt, niet de angst.
Stap 1: Benoem wat er nu is
Kijk om je heen en zeg in jezelf drie dingen die je ziet, twee dingen die je hoort en één gevoel in je lichaam.
Dit haalt je uit de angstgedachte en zet je in de werkelijkheid van dit moment.
Stap 2: Adem rustig en laag
Adem vier tellen in en zes tellen uit.
Leg eventueel een hand op je buik zodat je voelt dat je adem zakken mag.
Een langere uitademing geeft je lichaam het signaal dat er geen direct gevaar is.
Stap 3: Zet je lichaam stevig neer
Zet je voeten plat op de grond.
Duw licht in de vloer met je hielen en je voorvoeten.
Dit activeert je lichaam op een kalme manier en helpt je zenuwstelsel te stabiliseren.
Stap 4: Ontspan de plaatsen waar spanning zich snel vastzet
Laat je kaken los.
Laat je schouders zakken.
Merk op hoe je nek en borst reageren.
Hier zit vaak veel angstspanning die je niet bewust voelt tot je het loslaat.
Stap 5: Herhaal een korte zin die je rust geeft
Gebruik iets neutraals en simpel zoals: “Ik ben hier. Ik adem. Ik kan dit stap voor stap.”
Geen grote beloftes. Gewoon een stabiele gedachte die je brein houvast geeft.
Deze aanpak werkt omdat je systeem stopt met reageren op dreiging en terugkeert naar een staat waarin je kunt denken en kiezen. Je hoeft de angst niet weg te drukken. Je leert je lichaam dat jij de controle hebt, niet de angst.
