1. Herken het patroon
Zie jaloezie als een signaal van angst, niet als een fout of karakterzwakte.
Stel jezelf de vraag: Waar ben ik eigenlijk bang voor? Vaak gaat het om afwijzing of verlies.
2. Voel wat er onder zit
Jaloezie kan boosheid of controle-gedrag oproepen, maar daaronder zit vaak verdriet of angst.
Probeer die zachtere laag toe te laten. Dat brengt je dichter bij de kern.
3. Leer je innerlijk kind kennen
Vaak komt jaloezie voort uit oude pijn: ervaringen van afwijzing, tekort aan aandacht of onveiligheid.
Visualiseer jezelf als kind en bied dat deel erkenning: “Je bent veilig, ik ben er voor je.”
4. Communiceer open
Vertel je partner of dierbare niet alleen dat je jaloers bent, maar vooral waarom.
Bijvoorbeeld: “Als jij veel aandacht aan anderen geeft, voel ik me onzeker en bang dat ik er niet toe doe.”
5. Vergelijk niet
Jaloezie voedt zich met vergelijken. Richt je aandacht terug naar jezelf en wat jou uniek maakt.
Een korte oefening: som drie dingen op die jíj waardevol vindt in jezelf.
6. Werk aan zelfvertrouwen
Hoe sterker je zelfbeeld, hoe minder grip jaloezie heeft.
Doe dingen waar je trots op bent, al zijn het kleine stappen.
7. Oefen met loslaten
Je kunt anderen niet controleren, maar wel jezelf.
Vertrouwen groeit door jezelf steeds weer gerust te stellen: “Ik ben waardevol, ook als de ander even niet bij mij is.”
8. Zoek steun en hulp
Jaloezie kan hardnekkig zijn. Gesprekken met een therapeut kunnen helpen om de diepere lagen van verlatingsangst te helen.
Zie jaloezie als een signaal van angst, niet als een fout of karakterzwakte.
Stel jezelf de vraag: Waar ben ik eigenlijk bang voor? Vaak gaat het om afwijzing of verlies.
2. Voel wat er onder zit
Jaloezie kan boosheid of controle-gedrag oproepen, maar daaronder zit vaak verdriet of angst.
Probeer die zachtere laag toe te laten. Dat brengt je dichter bij de kern.
3. Leer je innerlijk kind kennen
Vaak komt jaloezie voort uit oude pijn: ervaringen van afwijzing, tekort aan aandacht of onveiligheid.
Visualiseer jezelf als kind en bied dat deel erkenning: “Je bent veilig, ik ben er voor je.”
4. Communiceer open
Vertel je partner of dierbare niet alleen dat je jaloers bent, maar vooral waarom.
Bijvoorbeeld: “Als jij veel aandacht aan anderen geeft, voel ik me onzeker en bang dat ik er niet toe doe.”
5. Vergelijk niet
Jaloezie voedt zich met vergelijken. Richt je aandacht terug naar jezelf en wat jou uniek maakt.
Een korte oefening: som drie dingen op die jíj waardevol vindt in jezelf.
6. Werk aan zelfvertrouwen
Hoe sterker je zelfbeeld, hoe minder grip jaloezie heeft.
Doe dingen waar je trots op bent, al zijn het kleine stappen.
7. Oefen met loslaten
Je kunt anderen niet controleren, maar wel jezelf.
Vertrouwen groeit door jezelf steeds weer gerust te stellen: “Ik ben waardevol, ook als de ander even niet bij mij is.”
8. Zoek steun en hulp
Jaloezie kan hardnekkig zijn. Gesprekken met een therapeut kunnen helpen om de diepere lagen van verlatingsangst te helen.